Het komt van binnen uit
Stroomt als de vroege ochtend De frisse adem die tijdens het klimmen Tranen over mijn wangen laat glijden Zo, gaat als vanzelf Het wordt gevoed door alles om mij heen Zo, ontstaan verzonnen gestaltes Stop ik het soms winters lang weg Om in de nieuwe zon Mijn binnenste buiten te keren Het is goed, dat een idee Soms terrein verliest |
Het moment
Dat de stad slaapt Diep verontrustend stil Het is een geheim Dan is de stad van ons Buiten over de weilanden kruipt de ochtend al Hier zingt de nacht nog diep, op het asfalt De stilte heeft geen ogen Ik zing en dans voor jou alleen Nachteloos Tot de dauw zichtbaar wordt Vogels roepen de stad aan De geluiden zoemen in de verte Licht wordt blauwer Geleidelijk lichter en maakt vrij Maakt leven aan leven op Het moment Is gegaan is in herinnering |
Ik luister altijd naar je
Jij fluistert, rollende zinnen In het duister blijven ze hangen Bijna kruipend luister ik Naar het ruis Huiverend grijp ik met mijn Lippen de losse woorden En herhaal fluisterend de woorden Opeengestapeld tot zinnen Waarop niemand zal wachten Tot stilstand zal komen of ook Maar een keer achterom zal kijken Ik luister Ik luister altijd naar je. Hoe de wind zich kenbaar maakte. De stemmen waren de hele nacht Ook de volgende dag waren de stemmen zichtbaar als patronen over het kale strand. De viltte lucht Diep grijs en dreigend Dichtbij. De tonen die uit stemmen en Tegen stemmen bestaan Nu hier als navolgbare strepen neergestreken De vlakte heeft een ander karakter nu Ik heb geluisterd de hele nacht En zie nu Wat ik niet begreep |